Ik kom uit Amsterdam, ben geboren in 1952 en studeerde af op de afdeling monumentale vormgeving aan de academie in Utrecht.
Daar had ik les van Hanna Mobach (keramiek), Hans Siegmund (modelstudie en stilleventekenen) en Dick van 't Wout (grafiek).
Ik maak schilderijen, tekeningen en linoleumsneden van vrouwenfiguren met een klassiek gebruik van kleur en compositie. Mijn uitgangspunt kan een modefoto zijn, of een foto uit de krant. De plek en de kleur kunnen ook uit mijn directe omgeving komen.
Het gaat me om het verhaal van de vrouwen, vrouwen die in hun kracht staan en hun eigen weg gaan. Gebaren, bewegingen, houdingen vertellen wie wij zijn. Mijn aandacht gaat uit naar het onverwachte, het toevallige, zoals de zon die plots door de wolken kan breken - het licht dat komt en meteen weer gaat. Aandacht ook voor het magische en het sensuele, zoals een opwaaiende jurk of sjaal, dansend in de wind. Sterk en sierlijk, breekbaar en stoer.
Een citaat dat de essentie vormt van mijn werk:
"Als de wereld een raadsel was dan waren vrouwen de kracht die dat pulserende raadsel op gang hielden, zij, en alleen zij hadden toegang tot het raadsel.
Als er al iets te begrijpen viel op deze wereld moest dat via vrouwen gebeuren. (...)
Vrouwen, alle vrouwen, waren een middel om dichterbij te komen, in de buurt, in de straling van het geheim waarvan ze de beheersters waren en mannen niet. Door mannen, maar dit zou hij pas veel later zo kunnen zeggen, leer je hoe de wereld is - door vrouwen wát hij is." (Uit
Rituelen van Cees Nooteboom, 1980)